De woningen in Statenkwartier staan bekend om de prachtige architectonische details. Maar oorspronkelijk waren nog veel meer mooie details te bewonderen, die in de loop der jaren zijn verdwenen, door de oorlogsschade, gebrekkig onderhoud of moedwillige sloop. Te denken valt hierbij aan glas-in-lood, balkonhekken, torentjes en sierlijsten. Vooral in de periode 1960-1980 was er weinig waardering voor dergelijke details en is er veel gesneuveld. Gelukkig zijn er steeds meer eigenaren die hun woningen in de oorspronkelijke staat willen behouden of restaureren. Twee geslaagde voorbeelden zijn te bewonderen op Cornelis de Wittlaan 95 en Prins Mauritslaan 25. Zij verdienen een grote pluim!
Cornelis de Wittlaan 95
Oorspronkelijk waren alle gevels van het rijtje panden no 99, 97 en 95 gebouwd in chaletstijl met een houten vakwerkindeling en veel houten details. De gevel van no 99 is helaas inmiddels gestuct en de loggia van no 97 is dichtgezet met een baksteengevel. Maar de trotse gevel van no 95 getuigt nog van de glorie van weleer van dit rijtje. Het jaartal 1906 prijkt op de latei boven de loggia. De zwierige lijnen, het fraaie houtwerk, de kleurige tegeltjes en het torentje zijn een lust voor het oog.
Prins Mauritslaan 25
Het pand behoort tot een rij van zeven huizen tussen de Ten Hovestraat en de Van Hoornbeekstraat, gebouwd in 1904 naar ontwerp van jugendstil-architect L.A.H. de Wolf. Op de plaats van de naastgelegen Thaborkerk stond voor de oorlog een identiek bouwblok. Van de oorspronkelijke vensterindeling was alleen die van de balkonpui nog intact, maar onlangs (2022) heeft de eigenaar de ramen voorzien van dubbel glas, waarbij alle glasroedes weer in originele vorm zijn teruggebracht. Ook de voordeur is in oude staat teruggebracht. Opvallend is de cirkel die door de voordeur, het zijlicht en het bovenlicht doorloopt. De boogvorm die door balkondeuren en de zijramen doorloopt komt terug in de smeedijzeren balustrade van het balkon. Kortom, een gevel waar weer volop van valt te genieten!